Binker Golding
Dream Like A Dogwood Wild Boy
Eén van de belangrijkste namen binnen de opkomst van de Britse jazz van de afgelopen jaren is zonder meer tenorsaxofonist Binker Golding. Waar de meeste jazzfans hem kennen van Binker and Moses, het op onvolprezen duo met de al net zo getalenteerde drummer Moses Boyd, was het zijn twee jaar geleden verschenen eerste album onder eigen naam, Abstractions of Reality Past and Incredible Feathers, dat zijn klasse breeduit openbaarde. Daar gaat hij nu nog eens dik overheen met het zeer verrassende Dream Like A Dogwood Wild Boy.
Dat Golding alles wat de vrijheid van jazz te bieden heeft optimaal wil uitbuiten was al vrij vroeg in zijn carrière duidelijk. Niet alleen trok hij onverschrokken met Moses Boyd de wereld over met hun uitbundige dan weer spirituele klanken (en wat een fijne optredens leverde dat de afgelopen jaren toch steeds weer op) hij zocht net zo goed het experimentele avontuur met toetsenman Elliot Galvin (al net zo’n muzikale uitdager) als dat hij samenwerkingen aanging met jazzcracks John Edwards en Steve Noble of Olie Brice, Henry Kaiser, N. O. Moore en Eddie Prévost. Het leverde elke keer weer spannende collaboraties op die met vinylversies beloond werden.
Abstractions of Reality Past and Incredible Feathers, zijn eerste album onder eigen naam, was een al net zo grote verrassing. Dat Golding een fascinerend goede saxofonist was wisten we toen natuurlijk al maar dat hij ook als componist hard was doorgegroeid hadden we toen pas echt door. Abstractions of Reality Past and Incredible Feathers was en is een ijzersterke jazzplaat en één van de hoogtepunten uit de laatste Britse jazzgolf.
Nog maar vier maanden na Feeding The Machine, het vierde ijzersterke Binker and Moses album, is Golding alweer terug met een eigen album. En een geheel ander album dan we op basis van zijn eersteling konden verwachten. Met vrijwel dezelfde band als op zijn solodebuut. Dus met Sam Jones op drums en Daniel Casimir op bas, en in plaats van Joe Armon-Jones nu Sarah Tandy op toetsen en als aanvulling Billy Adamson op gitaar.
En juist de toevoeging van Adamson blijkt een cruciale. Hij is het die op dobro het album opent en met van blues doorsneden melodielijnen de sfeer van het album aankondigt. Hij is het ook die vervolgens met een akoestische gitaar de folky sfeer van (Take Me To The) Wide Open Lows inzet. En wat een sprankelende compositie is dat gelijk. Met Golding in absolute topvorm en met muzikanten om hen heen die de sfeer optimaal aanvoelen.
Opvallend ook hoe Golding zijn spel rustiger dan ooit opbouwt en de muzikanten in zijn band alle ruimte geeft om hun prachtspel te laten horen. Jones en Casimir worden met elke opnamen nog beter dan ze al zijn en ‘nieuwkomer’ Sarah Tandy (ze bracht in 2019 haar eerste album Inflections In The Sentence uit) injecteert een heerlijke dosis rhythm and blues de band binnen. Adamson brengt de blues en rock in het bandgeluid. Subtiel binnen het bandgeluid dan weer lekker prominent in zijn solo’s.
Het is vervolgens Golding die daar met zijn allerfijnste en meest diverse spel zijn grote talent overheen duwt. Golding is zo’n saxofonist die klasse, avontuur, een verbluffende techniek, groot spelplezier, energie en emoties samenbalt in heerlijk toegankelijk spel. En juist doordat hij zijn medemuzikanten zoveel ruimte geeft komt zijn eigen spel er nog fantastischer uit. En de duik in de folk, blues en rock is de exact juiste. Het levert zijn beste album tot nu toe op.
En waar zijn eerste soloalbum zijn jeugd en twintigers in composities belichtte staat zijn nieuwe album vooral in het nu met alles wat zijn 35-jarige leeftijd nu voor hem betekent. Over opgroeien, zaken beter willen doen tegelijk over verloren vriendschappen en relaties, waar hij als mens staat, wat de wereld voor hem betekent. Met duidelijke titels die de instrumentele stukken van perspectief moeten voorzien.
De zeven tracks die hij voor Dream Like A Dogwood Wild Boy schreef hebben een warmte en toegankelijkheid zoals hij die niet eerder liet horen. Luister naar de blues die Love Me Like A Woman eigenlijk is en hoe fascinerend de muzikanten die uitrollen. Of het fantastische My Two Dads, één van de allermooiste stukken die hij tot nu toe opnam. En dat is nog maar de eerste kant van het album.
De vier composities die op de B kant van het album volgen zijn zowaar nog beter. Het heerlijk swingende Howling And Drinking In God’s Own Country is daarbij de geweldige start met een echt geweldig spelende band, het wonderschone ‘Til My Heart Stops een ongetwijfeld hoogtepunt. Wat een prachtige melodie en wat een geweldig spel van Golding toch weer. Album afsluit tracks With What I Know Now en het rocky All Out Of Fairy Tales zijn al net zo overweldigend goed.
Golding is als saxofonist razendsnel doorgegroeid en speelt het gehele album de sterren van de hemel. Dream Like A Dogwood Wild Boy is Goldings duik in de folk, blues en rock en wat pakt dat fantastisch uit. Zo anders als alles wat hij hiervoor heeft gemaakt is dit exact de juiste plaat op het juiste moment. Zijn spel kwam niet eerder zo prachtig en krachtig naar voren.
En het is zeker ook de sound die dit album één van de mooiste van dit jaar maakt. Wat de rol van de legendarische producer Hugh Padgham daarin is, is niet geheel duidelijk (zijn rol als producer van het laatste Binker and Moses album was duidelijker) maar hij was in dit geval de man die de composities mixte dus dat moet invloed gehad hebben.
Dream Like A Dogwood Wild Boy is een wonderbaarlijk goed jazzalbum en plaatst Binker Golding nu in één keer ver boven alles wat de nieuwe golf aan Britse jazz de afgelopen jaren al heeft voortgebracht. Noem het zijn eerste meesterstuk. Dream Like A Dogwood Wild Boy is zo’n album dat je ongemerkt vaak opzet en dat je elke keer weer volledig verwarmt en emotioneel opslokt. Absoluut één van mijn albums van dit jaar!