Ben Bedford
Valley Of Stars

Het enkele jaren geleden uitgebrachte Portraits, een met songwerk van de drie voorgaande langspelers samengestelde compilatie van Bed Bedford was een openbaring. Voordien had ik enkel het uit 2018 daterende The Hermit’s Spyglass beluisterd, het repertoire van de uit Sprigfield Illinois afkomstige troubadour leunt sterk aan bij de Trans Atlantische folk traditie, die Amerikaanse roots vermengd met de Keltische mystiek van de Groene Eilanden aan de overkant van de Oceaan.
Het songwerk van Valley Of Stars rijpte tijdens een mindere periode, Bedford zag zwarte sneeuw tijdens de lockdown in 2020 naast scheidingsperikelen verzonk hij in een zware depressie. Hij leefde alleen met zijn kat Darwin in Illinois, nagenoeg in totale afzondering. Die moeilijke situatie vormde het uitgangspunt en de inspiratie voor de songs, tijdens de lockdown componeerde hij er zo’n slordige dertig
Het was oorspronkelijk niet de bedoeling om een concept album uit te brengen, de songs vertoonden een onmiskenbare verbondenheid en creëerden spontaan in een bepaalde volgorde een avontuurlijke parabel. in de vallei der sterren en het duistere woud ontmoet het personage Hare, waarachter Bedford schuilt, uiteenlopende figuren. Verhalen die zich op een intrigerende aangepaste soundtrack ontrollen vanaf het met brommende bas en cello intro opgestarte Leaping dat op de wonderlijke akoestische fingerpickinfg leunt.
Die komt uitgebreid aanbod in de lang uitgesponnen intro van Wolves dat op een sobere textuur meandert, een ruimtelijke vrij ademende song. Bedfords fingerpicking op zijn vertrouwde Martins herinnert bij momenten aan John Renbourn, vooral in The Court Of The Bear, een duidelijk naar de middelleeuwen refererend instrumentaaltje, benadert de stijl van de Britse folkman die samen met de al even geniale Bert Jansh Pentangle op de rails zette. Chas Floyd, ooit actief bij de betreurde Nanci Griffith, levert aanvullend gitaar- en dobropartijen, de harmoniezang is van Kari Floyd.
Het duistere Adder onthult de onbestemde angsten waarmee Bedford worstelt en loopt over in Star & Skywheel een wat bevreemdende, jazzy improvisatie van snarenklanken. Die horen we eveneens in het aansluitende Weasel, Pike, Fox & Kite samen met gefluisterde zang en bluesy baslijnen van Ethan Jodziewicz die de outtro vormen met aansluitend een met celloklanken ingekleurde, finale instrumentale afsluiter.
Met dit album levert Bedford tot di zijn meest eclectische werkstuk af dat ongetwijfeld tot zijn beste werk behoort en het folkgenre moeiteloos overstijgt.