Bellowhead
Broadside
The Guardian noemde deze elfkopppige folkband al de beste Britse live-act na The Who. Dat wekt verwachtingen. Toevallig is het Britse elftal Bellowhead eind februari in de Lage Landen voor drie optredens in Nederland en één in België.
Aanleiding voor die optredens is de release van het vierde album Broadside. Daarop staan twaalf songs, waarvan er één door zanger en belangrijkste bandlid Jon Boden is geschreven, Dockside Rant. Een ‘rant’ is een geïmproviseerd muziekstuk dat wordt gespeeld door bandleden als er even niets te doen is op het podium en dat het accent op de derde tel heeft. De elf andere songs zijn honderd tot 200 jaar oude traditionals, door Boden of percussionist Pete Flood opnieuw gearrangeerd.
Boden en zijn tien collega’s (die overigens allemaal de vocale taken met hem delen) hebben voor het vierde album een collectie vrolijke, morbide, soms zelf smerige liederen, drinking songs en andere ballades verzameld, in Groot-Brittannië bekend als ‘broadside ballads’. Die term slaat op de manier waarop destijds kennis werd overgebracht, variërend van recepten tot nieuwsfeiten tot (politieke) commentaren. De ‘broadsides’ verschenen al in de zestiende eeuw en werden geschreven op het goedkoopst vindbare papier. De boeken en kranten maakten ze rond 1900 overbodig, maar verzamelaars zorgden ervoor dat ze niet helemaal verdwenen.
Een voorbeeld in de categorie ‘recepten’ is te horen op het album Broadside in het nummer Black Beetle Pies, taart van zwarte kevertjes dus:
Such a strange little tale
Such a nasty surprise
There’s a lady who feeds the poor on her
Black beetje pies.
De tien mannen en één vrouw (celliste Rachael McShane) van Bellowhead hebben tijdens de opname van dit album nog even overwogen ook zo’n taart te maken, om goed in de stemming te komen. “Maar daar kwamen we op terug toen we onder een paar stenen hadden gekeken.”
In de recensies wordt Bellowhead weleens vergeleken met Mumford & Sons, of beter gezegd omgekeerd: de mannen van Bellowhead zijn al veel langer bezig. Gevraagd naar wie hen zijn voorgegaan, komt Boden niet verder dan Steeleye Span, dat in de jaren zeventig traditionele volksmuziek mengde met de op dat moment actuele rock. Maar de hoogtijdagen van die groep (nummer 1-hit All Around My Hat, 1976) zijn ook alweer ruim 35 jaar geleden.
Als hij zelf de vergelijking met Mumford & Sons maakt, zegt Boden: “Wij zingen niet over onze ex-vriendinnen. Wij nemen oud materiaal onder handen en vertellen verhalen. De ‘broadsides’ zijn dan ook dankbaar materiaal, want daarin stond vier eeuwen geleden het nieuws van de dag, vaak nog in versvorm ook.
Al mag het dan allemaal historisch zeer verantwoord zijn, wie een concert van Bellowhead bezoekt, hoeft niet te rekenen op wetenschappelijke verhandelingen. In het cd-boekje worden van alle songs de details uit de doeken gedaan, voor de liefhebber, op het podium is het feesten geblazen. Daar zorgen de muzikanten van Bellowhead, met violen, blazers, percussie, banjo en instrumenten als helicon en melodeon wel voor.
De komende tourdata: 20 februari Oosterpoort Groningen, 21 februari Melkweg Amsterdam en 22 februari Doornroosje in Nijmegen. Op 23 februari staat Bellowhead in het van folkconcerten beroemde Dranouter in België.