Anthony Moore
Home of the Demo
De carrière van Anthony Moore is een wispelturige. Hij brengt in 1971 het lastig te plaatsen avantgardistische en kakofonische Pieces from the Cloudland Ballroom uit. Na dit wat mislukte experiment maakt Anthony Moore een zeer geslaagde doorstart in Slapp Happy. Het huwelijk met de legendarische Krautrock vernieuwers van Faust levert het vruchtbare Sort Of en het uiteindelijk uitgebrachte Casablanca Moon op. Deze ligt later namelijk alsnog onder de Acnalbasac Noom noemer in de winkel. De kunstzinnige psychedelische albums zijn wat onderbelicht gebleven, maar behoren tot de huzarenstukken uit begin jaren zeventig en vormen net als de vroegere Roxy Music albums de sleutel tussen kraut en glam.
Zelfs de grootste vernieuwers uit de muziekgeschiedenis hebben hun persoonlijke helden. Als David Gilmour en Roger Waters niet meer samen door een deur kunnen, besluit Gilmour om met Nick Mason Pink Floyd in leven te houden. Als voldoende bruikbare ideeën ontbreken contacteert David Gilmour de bescheiden muzikant Anthony Moore, die hem vervolgens de juiste input geeft. David Gilmour Hij is zo onder de indruk van Earthbound Misfit dat hij deze letterlijk in het latere Pink Floyd hit succes Learning to Fly van doorstartplaat A Momentary Lapse of Reason verwerkt.
Na een korte vruchtbare fusie met Henry Cow besluit Anthony Moore om het opnieuw solo te proberen. Nu met meer succes, het baanbrekende werk verricht hij met het stevig rockende Flying Doesn’t Help, World Service en het pas jaren later gemasterde Out, welke oorspronkelijk al uit 1976 afkomstig is. Er ligt nog genoeg bruikbaar materiaal op de schappen. Zonde dat hier pas na zo’n lange tijd aandacht aan besteedt wordt. Earthbound Misfit blijkt niet de enige geweldige track te zijn, sterker nog, Home of the Demo is een mooie verzameling vroeg jaren tachtig new wave.
Wat vooral opvalt is dat de nummers zeker niet in de demo fase verkeren. Op The Ballad of Sarah Bellum en A Different Lie laat hij zich van de degelijke gelikte Engelse soulgentlemen kant zien. Bij het afsluitende Cold Love draaft hij daar net teveel in door. De bas huppelt zich er vrolijk doorheen, en het kermis toetsenwerk klinkt net te goedkoop. Ook hier heeft David Gilmour overduidelijk naar de hoge tweede kopstem geluisterd en deze in zijn sound verwerkt.
Het avontuurlijke Me and Neil Diamond heeft een Echo & the Bunnymen glans. Niet vreemd dus, de geruchten gaan dat gastzanger Ian McCulloch zich achter het toepasselijke Guest alter-ego verschuilt. De blikken Midnight Sun percussie verraad dat de oorsprong hiervan ergens in de jaren tachtig ligt. De melancholisch gestemde gitaarakkoorden geven er een wanhopig sfeertje aan. Het lawaaierige overstuurde Coralie punkorgeltje tript op de avant-garde erfenis van Velvet Underground voort, het is Anthony Moore die hier zijn smoelwerk op los laat en er een eigen twist aan geeft.
Het blijft tevens speculeren welke gitarist zich bij de puntige Judy, Judy afrobeat wave inmengt. Is Page The Oracle dan toch het alias van David Gilmour of hebben we hier met een andere held te maken. De naam van Robert Fripp dwaalt ook nog ergens in mijn achterhoofd rond. Anthony Moore laat zich hier niet over uit. Het zou mij ook niet verbazen als Anthony Moore het gewoon allemaal zelf ingespeeld heeft. Een wezenlijk verschil met de relaxte mindere Judy Get Down versie die uiteindelijk Flying Doesn’t Help haalt.
Het met beatbox introducerende bombastische Lucia Still Alive is een opgepimpte punkwave versie van het tevens op Flying Doesn’t Help verschenen Lucia. Deze glamrock bastaard kan zich prima tussen het smerige rockgeweld van de jaren zeventig eenheid David Bowie, Lou Reed en Iggy Pop settelen. Die laatste hoor je in de Nightclubbing verwijzingen van het elektronische maatschappijkritische One World weer terug. Ook hierbij is het ongelofelijk dat het slechts een restsong is. Je valt van de ene verbazing in de volgende verbazing. En dat is wat Home of the Demo juist zo fraai maakt, de veelzijdigheid en het onverwachte.