Allison Dietz
Pretty Lies

In Maryland aan de oostkust, groeit Allison Dietz op met de platencollectie van haar ouders samengesteld met traditionele folk, rock en old school R&B. Tijdens haar studentenjaren komen daar stilaan de meest uiteenlopende Americana stijlen bij en die zijn ook op haar debuut aanwezig.
In tegenstelling tot de meeste vrouwelijke singersongwriters begeleidt de blonde zangeres zich niet met de gebruikelijke akoestische gitaar, die wordt door producer Scott Smith gehanteerd naast bas en percussie. Allison prefereert een elektrisch versterkt exemplaar, bij momenten bijgesprongen door Smith’s verrichtingen, voor haar samen met Smith gecomponeerde songwerk.
Zo drijven Can’t Get away From you en Still Mad op behoorlijk gespierd elektrisch gitaarwerk en na de catchy, countryneske titelsong Pretty Lies, waarin ook een banjo te horen is komen we met de lichtjes rockende snerpende uithalen bij Nobody Loves Me. Uitgerekend het uit ’65 daterende I’ve Just Seen A Face, een song van Lennon & McCartney uit Help!, last een folkachtig intermezzo in.
Sfeervol galmende tremelo twang draagt Cowards & Fools terwijl de landerige pedalsteel het verlangen naar een verdwenen geliefde suggereert in Come Home. Welke stijl en sfeer opgeroepen wordt de zang van Dietz blijft immer onberispelijk, luister maar eens naar On My Own of The Parade. Dat is samen met haar songwriterstalent de grote kracht van Allison Dietz op dit opmerkelijk debuut.