×

Recensie

Rock

19 juni 2020

Airbag

A Day At The Beach

Geschreven door: Marcel Hartenberg

Uitgebracht door: Karisma

A Day At The Beach Airbag Rock 4.5 Airbag – A Day At The Beach Written in Music https://writteninmusic.com

Wat een fantastisch album! Dat kan er maar uit zijn. Net iets meer dan vier jaar geleden verscheen het laatste album van de Noorse band, Disconnected, waar we toen al erg van onder de indruk waren. Ook de voorganger daarvan, The Greatest Show On Earth, liet ons genieten van de stiel waar de band zeer bedreven in is. Die stiel, met de wortels ferm in de jaren Zeventig, is de progressieve rock.

A Day At The Beach is in de catalogus van de Noren anders dan de voorgangers. Van de oorspronkelijke vijfmansformatie was enkel nog een trio over om dit album te maken. Het is echter vooral een album dat progressieve rock samen laat gaan met elektronica uit de jaren Achtig. De muziek van de band staat bekend om de sfeervolle klanken. Op deze langspeler maakt die combinatie van twee stromingen nog meer impact, geeft de muziek daarmee nog meer sfeer.

De baspartijen zijn van de hand van de zeer strak spelende bassist van het eveneens  Noorse Wobbler, Kristian Karl Hultgren. Met zijn volle basgeluid neemt hij in opener Machines And Men het voortouw. De basis is gelegd, de nieuwsgierigheid geprikkeld. Wat brengt dit nieuwe album? Na iets meer dan een minuut vergezellen synthesizerklanken en de gitaar van Björn Riis de bas. Toetsenpartijen aftastend, subtiele percussie. Zanger Asle Tostrup valt in en na een eerste couplet vallen heerlijke jaren Achtig toetsenpartijen in het klankbeeld. Björn en Asle verzorgen samen het toetsenspel. Met de partijen die ze spelen bieden ze heerlijk tegenspel aan de almaar pompende bas. Henrik Fossum, de drummer zorgt voor afwisselend drumspel en subtiele nuances in de percussie; zeer wel passend bij de zes nummers van deze langspeler.

De wederopstanding van de jaren Achtig: hoewel vaak vervloekt, blijkt dat juist de typische aanpak van die tijd wonderwel kan werken met muziek die zich jaren later laat schrijven.  Zo ook hier. Het toetsentapijt dat de band neerlegt, wordt na vijf minuten min of meer tot rust gemaand en de bas lijkt ook iets minder nadrukkelijk. Dan, na zes minuten is het geluid van de bas weer vol. Kleine elektronica accenten, bijna drone achtig en subtiele gitaarprikkels vullen het beeld en na zeven minuten is Björn Riis niet meer te houden en komt er uit zijn vingers een meesterlijke gitaarsolo. Het nummer staat. Wat een absolute meerwaarde bij het nummer is, is dat tegen het einde de drone-sound nog even volop geëtaleerd wordt voor het subtiel een afronding krijgt. We zijn dan al voorbij de tien minuten. En het nummer voelt echter slechts als een single: het is pakkend en langdradigheid is ver te zoeken.

Het eerste deel van het titelnummer kent al net zo’n mooie opening. Een synthesizer opent en gitaar en piano sluiten aan. Een basloopje en nog meer sfeer. De stem van Asle. Weer vangt de muziek je als luisteraar. Het nummer blijft klein en overtuigt gewoon al door de sfeer. De manier waarop de ritmesectie hier bijna de logische tegenpartij vormt voor de toetsen en de gitaar: zelfs in de eenvoud van dit nummer zit al een enorme aantrekkingskracht. Mooi,  het werkt ook geweldig dat hier een korte track de langere opener volgt.

Into The Unknown danst ons weer heerlijk de jaren Achtig in. Hoe subtiel! Het is vooral een nummer dat je vraagt er eens heerlijk voor te gaan zitten, je over te geven aan de muziek en de wereld om je heen even te vergeten. Escapisme, Airbag style. Dan inderdaad maar het onbekende in. Hoe zeer passen de verschillende klankbeelden bij elkaar? Hoe zeer geven ze juist ook contrast aan elkaar wanneer dat nodig is? Bovendien passen de zangpartijen daar dan ook weer heerlijk bij. De zang van Asle komt op dit album zeer tot zijn recht. Het is alsof de spanningsboog in de muziek en in de zang veel beter op elkaar aansluiten. Een resultaat van op een andere manier schrijven, dichter op de huid van Asle? Niet alleen daarin werkt A Day At The Beach. Het is op de een of andere manier alsof de band zich nog meer dan op de eerdere albums vindt. Daar is ook dit derde nummer een uiting van. Genoeg ruimte en gelegenheid voor Björn Riis om met zijn kleurrijke gitaarwerk de muziek naar zijn hand te zetten; het is echter nadrukkelijk een band die we horen, niet een verkapt album ter meerdere eer en glorie van Björn.

Onwillekeurig gaan de gedachten naar nummers als I Travel, Waterfront en Lovesong als Sunsets zijn opwachting maakt. Sons And Fascination, die tijd, je weet het vast wel. Nee, dit zijn niet de heren Forbes en Burchill die we hier horen. Hultgren en Riis en, in plaats van Kerr, Tostrup. Het is wel een vergelijkbare sound. Sunsets verloochent zijn karakter echter niet als prog song en de melancholie die verbonden was aan de inleidende klanken maakt plaats voor beleving van weer zo’n geweldige Riis-solo. Je duikt zo maar mee in de klanken en hoeft even nergens meer over te denken. Hoe heerlijk is dat?

We vervolgen onze wandeling over het strand met het tweede deel van het titelnummer. Een ander geluid, een wezenlijk andere beleving. Vervreemdend. De aanhoudende toetsenklanken, de gitaar die daar vrijwel haaks op staat en de bas die samen met de drums een brug lijken te slaan. Ook alweer zo’n laat-het-maar-over-je-heen-komen track. Ja, Björn neemt de gitaar ter hand voor een solo en ook hier weer is die mooi. Bloedmooi. Hij mag dan wel een iconische gitarist uit de rijke geschiedenis van de progressieve rock als voorbeeld hebben, zijn spel raakt gewoon zonder dat je ook maar denkt aan dat voorbeeld. Á propos voorbeeld, je mag je de vraag stellen wie op dit moment meer weet te raken met zijn gitaarspel. Voor wat betreft de indruk van het geheel van het nummer, is postrock de gedachte die opkomt.

Megalomaniac  sluit uiteindelijk na net iets meer dan drie kwartier het bezoek aan het strand prachtig af. Ja, de mannen weten hoe je de luisteraars meeneemt, hoe je de spanningsboog van een schijf tot zijn recht laat komen. Het is een nummer dat naar verwachting live veel van de band vraagt: Asle gaat er voor zijn doen vol tegen aan, de muzikanten doen juist hun best in het eerste deel om zo subtiel mogelijk te klinken. En dan, vlak voor de eerste vijf minuten om zijn, is daar weer het gitaargeluid van Björn Riis. En man, man, het is alweer een heerlijke gitaarsolo. Überhaupt, de manier waarop deze in het totaalgeluid past: toetsen, de drums, de bas, de bas, de bas: in de combinatie laat de band horen hoe zeer ze op elkaar afgestemd zijn.

Luisterend naar de muziek en de teksten, past deze jongste release van Airbag ook onbedoeld in het tijdsbeeld van nu. Met de thematiek van iemand die zijn familie achterlaat, het onbekende in trekt, zijn best doet, tegen de stroom in om te overleven, terwijl machthebbers observerend toezien. Het vervreemdende van nu, waar in het land van de grote vrijheid, protesten tegen racisme gezien worden als bedreigingen, als terrorisme en waar het antwoord geen verbinding en verbroedering is, maar waar er ‘law and order’ moet heersen. Vervreemdend is het dat in 2020 nog steeds gestreden dient te worden voor iets dat normaal hoort te zijn, iets dat dat tegelijkertijd nog steeds niet is. Het is niet moeilijk te bedenken dat de deelnemers aan de protesten zich ook zien geplaatst voor een onzekere toekomst terwijl ze tegelijkertijd ook bereid zijn die juist graag samen aan te gaan. De hoes heeft een vergelijkbare thematiek. Teddybeertjes met hun hoofden in het zand van het strand. Een uitje naar een strand, maar dan anders. Het is te hopen dat we dat vervreemdende met elkaar kunnen doorbreken. Misschien op het strand voor teddybeertjes, vooral dan toch ook als het gaat om hoe we als mensen samenleven.

A Day At The Beach, ga er gerust voor zitten. De eerste luisterbeurt hier vroeg al aandacht, muziek die vraagt om beluisterd te worden, muziek die vraagt om genoten te worden. Dat was dus meteen al duidelijk. Vele luisterbeurten later valt mijn mond hier nog van open. Het album verrast vooral in de liedjes, in hoe ze op elkaar aansluiten, als geheel. Het laat zich echt genieten. Het is de combinatie van prog en elektronica, het is de manier waarop de band dit geschreven en gespeeld heeft. Het teruggeworpen zijn op een bestaan als trio, het had ervoor kunnen zorgen dat het de band verging als die fameuze Norwegian Blue papegaai, pining for the Fjords. Dat is niet gebeurd, de band, al is het met gastbassist klinkt verfrist en vitaal. Onmiskenbaar Airbag en tegelijkertijd anders. Als je de band niet eerder gehoord hebt, beluister dan in elk geval deze langspeler. Dat brengt je bijna vijftig minuten luisterplezier. En dat keer op keer. Zeer, zeer fraai album.

 



  1. Machines And Men
  2. A Day At The Beach (Part 1)
  3. Into The Unknown
  4. Sunsets
  5. A Day At The Beach (Part 2)
  6. Megalomaniac