49 Winchester
Fortune Favors The Bold
Het begon als hobby van een stelletje tieners die samentroepten in Castlewood, een bescheiden bergdorpje in Virginia. Zanger gitarist Isaac Gibson en bassist Chase Chafin speelden als kinderen al samen en zochten na hun schooltijd een uitlaatklep. Die vonden ze in het samen musiceren in Winchester Street, via zijn oudere broer, een schoolkameraad van Gibson kwam pedalsteelman Noah Patrick erbij en extra gitarist Bus Shelton. Zo’n acht jaar geleden evolueerde het ondertussen met drums en toetsen versterkte 49 Winchester van een wat doelloze, amateuristische jamband naar een goed ingespeeld countryrock vanuit Russell County opererende countryrock formatie, naast een druk tourschema werden drie studioalbums en wat livewerk uitgebracht.
Op de getekende cover van Fortune Favors The Bold, het debuut op New West, vindt een mijnwerker diamanten tussen de koolsteen, het is een symbool en eerbetoon, voor het noeste labeur van de plaatselijke bevolking in de mijnen van Zuidwestelijk Virginia en verwijst bovendien naar een hard zwoegende band die country vermengt met barroom rock en een energieke scheut Appalachian folk.
Opvallend is de melodische benadering, de combinatie van Hammondorgel en oplopende gitaarlijnen in Man,s Best Friend en All I Need waarin snerpende gitaren inhaken op hoekige ritmische riffs herinneringen oproepen aan Lynyrd Skynyrd .De thematiek van de songs leunt daar eveneens nauw bij aan. Russell County Line is een accurate schets van het leven on the road en de eenzaamheid van de muzikant die na het afloop van het concert alleen achterblijft en tot de ochtendlijke uurtjes soelaas zoekt aan de toog van een of andere honky tonk.
Dat levert nadien naast een zwaar hoofd, klaagzangen verpakt in verduiveld goede muziek zoals Damn Darlin’, een hartverscheurende pianoballade. Bij de pakken blijven haalt niets uit, ‘fortune favors the bold’ luidt het devies. Na de wanhopige smeekbede Second Chance volgt het evenmin vrolijke Neon. De aanstekelijke, boogiënde honky tonk van Last Call waarin de pianist nog even loos gaat is een opzwepende afsluiter van dit meer dan verdienstelijke werkstuk waar adepten van southernrock niet omheen kunnen.